Privacy

Signalerings- en registratiesystemen zoals Zorg voor Jeugd staan vaak ter discussie als het gaat om privacy van cliënten. Het is terecht dat we zorgvuldig om moeten gaan met persoonsgegevens en de privacy van jeugdigen. Met de invoering van het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd worden daartoe diverse maatregelen getroffen.

Het belangrijkste uitgangspunt is dat binnen Zorg voor Jeugd alleen zogenoemde ‘dat’-informatie wordt uitgewisseld. Het College Bescher­ming Persoonsgegevens en juristen van het Ministerie van Justitie hebben geconcludeerd dat het vastleggen en doorgeven van deze informatie niet in strijd is met de privacyregels. Als u met Zorg voor Jeugd gaat werken moet u wel aan een aantal voorwaarden vol­doen. Hierover zijn regels vastgelegd in het samenwerkingsconvenant en privacyreglement. De belangrijkste regel is dat u jeug­digen en/of diens ouders/verzorgers eerst moet informeren, voordat een jeug­dige in Zorg voor Jeugd komt.
Vooraf informeren is alleen niet noodzakelijk als er een gevaar dreigt voor de jeugdige of voor de signaalgever. Deze afweging moet de signaalgever zelf maken en kunnen verantwoorden.

Bezwaar indienen

Jeug­digen en/of diens ouders/verzorgers  kunnen een bezwaar indienen bij de gemeente waar het signaal is afgegeven. In het samenwerkingsconvenant worden de rechten van de jeugdigen en/of diens ouders/verzorgers opgenomen. Zo hebben zij ook recht op inzage in het systeem en recht op correctie van gegevens.

Belangrijkste spelregels op een rijtje

Uit het oogpunt van privacy zijn de volgende maatregelen voor het gebruik van het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd getroffen:
* Ketenregistratie en signalen mogen worden verwerkt in het signaleringssysteem als dit past binnen de doelstellingen van het systeem.
* Alleen die gegevens mogen worden verstrekt die noodzakelijk zijn om het doel te dienen en in het belang zijn van de jeugdige.
* Instellingen die hulpverlening bieden aan jeugdigen mogen de ketenregistratie doorgeven aan het signaleringssysteem. Daarbij mag het alleen gaan om registraties van hulpvragen.
* De jeugdige/ouder/wettelijke vertegenwoordiger moet vooraf worden geïnformeerd over een registratie en/of een signaalafgifte.
* In het signaleringssysteem worden uitsluitend ‘dat’-gegevens geregistreerd.
* Ook bij mondelinge uitwisseling van inhoudelijke informatie tussen hulpverleners en signaalgevers is Wbp van toepassing.
* Als een bijzondere regeling, zoals bijvoorbeeld de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst, strenger is dan de Wbp of de Wjz, moet die strengere regeling worden nageleefd. De instellingen waar deze specifieke regelingen van toepassing zijn, zijn daar zelf verantwoordelijk voor.
* De instellingen die aangesloten worden op het signaleringssysteem dienen het convenant Zorg voor Jeugd te onderschrijven.